Veilig bedienen van de lader

TS1692-UN-09NOV09

Bij het werken met een machine met lader, indien nodig de snelheid reduceren om goede stabiliteit van de trekker en lader te garanderen.

Om kantelen van de trekker en beschadiging van de voorbanden te voorkomen, lasten niet sneller vervoeren dan 10 km/h (6 mph).

Om beschadiging van de trekker te voorkomen geen frontlader of sproeiertank gebruiken als de trekker is uitgerust met een 3 meter vooras.

Laat geen personen onder een geheven lader lopen of werken.

Gebruik de lader niet als werkplatform.

Til met lader, laadbak of werktuig geen personen op.

Laat de lader neer tot op de grond alvorens de bestuurdersplaats te verlaten.

De rolbeugel (ROPS) en het cabinedak kunnen niet voldoende bescherming bieden voor vallende lasten op de bestuurder. Om vallende lasten op de bestuurder te voorkomen voor specifieke toepassingen altijd geschikt werktuig gebruiken (mestvorken, rondbalenvorken, rondbalengrijpers en grijpers).

Plaats ballast op de trekker in overeenstemming met de ballastaanbevelingen in hoofdstuk trekker voorbereiden.