Voorwielaandrijving veilig onderhouden

L124515
L124515-UN-06AUG94


Indien aan trekkers met voorwielaandrijving werkzaamheden moeten worden uitgevoerd met opgekrikte achterwielen, draaiende motor en ingeschakelde versnelling, dan moeten ook de voorwielen worden opgekrikt en overeenkomstig beveiligd. Bij storingen aan de elektrische installatie / het hydraulische systeem kan de voorwielaandrijving ongewild worden ingeschakeld, ook wanneer de tuimelschakelaar in de uit-stand staat. Onder deze omstandigheden kan de trekker gaan rijden, indien de voorwielen niet zijn opgekrikt.

DX,WW,MFWD-18-20090819