Hoogte-instelbare trekkopppeling

LX1041478-UN-19DEC06

LX1031689-UN-15APR03

LX1031690-UN-15APR03

LX1041479-UN-19DEC06

LX1041480-UN-19DEC06
A - Hendel hoogte-instelling
B - Vergrendelknop
C - Bedieningshendel
D - Indicatorpen
De trekker kan zijn uitgerust met vier verschillende koppelingversies
(1-4) die allemaal verschillend worden bediend.
De hoogte van alle trekkopppelingen kan met hendel (A) worden
ingesteld.
Bij koppeling 1 moet vergrendelingsknop (B) ook worden ingedrukt.
De koppelingen kunnen worden geopend en gesloten met hendel
(C).
Koppelingen 3 en 4 sluiten door monteren van het aanhangwagentrekoog.
Koppelingen 3 en 4 kunnen met een afstandsbediening ook vanaf de bestuurdersstoel
worden bediend.
Koppelingen 3 en 4 zijn vergrendeld als de indicatiepen op een
lijn ligt met de behuizing.
BELANGRIJK: Gebruik alleen aanhangwagens met een trekoog dat
past bij de koppelingpendiameter. Trekinrichtingen die
draaien mogen nooit worden gebruikt met aanhangwagens met koppelingen
die draaien ten opzichte van de aanhangwagen.
De maximale statische, verticale belasting en sleepbelasting
staan in hoofdstuk “Technische gegevens”.
OPMERKING: Componenten van de hefinrichting die onderhevig zijn aan
slijtage moeten elke 250 uur worden gecontroleerd (zie “Onderhoud
/ Elke 250 uur”). Vervang indien nodig.
|
|
OU12401,00015C3-18-20061218
|
|