Stabilisatiesysteem (indien voorhanden)

LX1053286-UN-19OCT11
Het stabilisatiesysteem wordt bediend met ketting (A) en afdekking
(B). Als afdekking (B) omhoog staat, hebben de trekstang zijwaartse
speling, anders zijn ze vergrendeld.
Ketting (A) kort:
Trekstangen zijn in geheven stand vergrendeld (stijve positie);
in neergelaten bewegen ze zijwaarts.
Ketting (A) lang:
Trekstangen zijn in alle posities vergrendeld.
BELANGRIJK: Laat de trekstangen of hefstangen NIET in contact
komen met de banden of andere trekkercomponenten. Als trekstangen
worden geheven (zelfs als er geen werktuig is bevestigd) moeten de
hydraulische of mechanische stabilisatoren vergrendeld zijn.
|
|
OULXA64,00026EA-18-20120217
|
|