Fronthefinrichting

LX1046206
LX1046206-UN-22JUN11


De fronthefinrichting kan worden bediend met de SCV I.


Vergrendeling voor trekstanghaken

LX1035378
LX1035378-UN-18JAN05

A — Set vergrendelonderdelen

WAARSCHUWING: Bij bevestiging van werktuig met asymmetrische last (bijvoorbeeld zijwaartse maaier), of bij het rijden over terrein met hoge struiken (bijvoorbeeld in het bos) moeten de trekstangen worden beveiligd tegen onbedoeld openen.

Gebruik de set met vergrendelonderdelen John Deere™ AL165485 voor beide aansluitkoppelingen.


Trekstangposities

LX1046207
LX1046207-UN-21JUN11

LX1046208
LX1046208-UN-21JUN11

LX1046209
LX1046209-UN-22JUN11

A — Trekstangen met verticale zweefstand

B — Trekstangen vergrendeld

C — Trekstangen in transportstand


Uitschakelklep

LX1054666
LX1054666-UN-10APR12

LX1046210
LX1046210-UN-22JUN11

LX1046211
LX1046211-UN-22JUN11

Met de aanvullende uitschakelklep zijn volgende instellingen mogelijk:

A — Oliestroom zit vast

B — Heffen en neerlaten met oliedruk

WAARSCHUWING: Als SCV I is uitgerust met aanvullende aansluitkoppelingen richting achterzijde (voor werktuigen achter), moet de uitschakelklep worden geblokkeerd (A) voordat de werktuigen achter worden bediend met SCV I.

OPMERKING: Als een ketting wordt gebruikt voor de begrenzing van de snijhoogte van een maaier, voorkom dan beschadiging door selecteren van instelling (B). Zet bovendien SCV I in zweefstand om de maaier neer te laten.


Klep zaksnelheid

LX1046212
LX1046212-UN-22JUN11

Met de klep zaksnelheid (A) kan de daling van de fronthefinrichting worden gestuurd. De instelling van de klep zaksnelheid is variabel tussen de open stand (helemaal linksom gedraaid) en de gesloten stand (helemaal rechtsom gedraaid) (10 omdraaiingen maximaal).

De zaksnelheid is in de fabriek ingesteld op ongeveer 5-6 seconden (4 omdraaiingen linksom).


Aansluitkoppelingen en zevenpolige contactdoos (ECE) in de voorzijde

LX1046213
LX1046213-UN-22JUN11

A — Aansluitkoppelingen, SCV II

Aansluitkoppelingen (A) worden met olie verzorgd via SCV II.

WAARSCHUWING: Als een frontwerktuig is aangekoppeld, mag geen andere verbruiker aangesloten worden op SCV II.

WAARSCHUWING: Het hydraulische systeem heeft een maximale systeemdruk van 20000 kPa (200 bar; 2900 psi). Gebruik voor eigen veiligheid en voor juist functioneren van de installatie uitsluitend originele John Deere onderdelen.

Met de aansluitkoppelingen kan de hydraulische slang alleen worden aangesloten en ontkoppeld als geen druk voorhanden is.

Druk het slangverbindingsstuk stevig in de aansluitkoppeling.

Trek met een stevige ruk aan de slang, om deze te ontkoppelen.

B — Zevenpolige contactdoos (ECE) in de voorzijde

De contactdoos wordt gebruikt om elektrische apparaten aan te sluiten die op het werktuig zijn gemonteerd. Gebruik altijd aanvullende verlichting op aanbouwwerktuig, als deze de verlichting aan de voorkant en andere verlichting van de trekker afdekt.


Beugels voor maaiervering (indien aanwezig)

LX1046214
LX1046214-UN-22JUN11

A — Opening voor ketting

B — Boring voor veer

Opening (A) is bedoeld voor bevestiging van de ketting voor de snijhoogtebegrenzing.

OPMERKING: Voorkom in dit geval schade door selecteren van instelling (B) voor de uitschakelklep. Zet bovendien SCV I in zweefstand om de maaier neer te laten.

Boring (B) is bedoeld voor de bevestiging van de veer voor de vering.


Veiligheid

WAARSCHUWING: Het is belangrijk om de maximum toegestane aslasten en de lastcapaciteit van de banden in acht te nemen voor gebruik van de fronthefinrichting.

WAARSCHUWING: Een frontwerktuig beïnvloedt de rijeigenschappen van de trekker negatief. Pas uw rijwijze aan de rijeigenschappen van de trekker aan.

WAARSCHUWING: Laat frontwerktuig altijd neer tot op de grond als de trekker onbeheerd wordt achtergelaten.

WAARSCHUWING: Laat frontwerktuig neer tot op de grond en stop de motor alvorens het werktuig aan een van de snelkoppelingen aan de voorzijde aan te sluiten.

WAARSCHUWING: Neem steeds in acht dat de maten van de trekkervoorzijde anders zijn, vooral tijdens verlaten van de boerderij, het veld en rijden op de openbare weg en op kruisingen. Vraag bij twijfel een tweede persoon om assistentie.

WAARSCHUWING: Neem de voorschriften voor licht in acht. Koplampen en richtingaanwijzer kunnen door het frontwerktuig worden bedekt. Gebruik in dit geval aanvullende verlichting.

WAARSCHUWING: Klap altijd de trekstangen in, wanneer de fronthefinrichting niet wordt gebruikt.

OULXA64,00027B9-18-20120410