Wielen veilig vervangen

LX1049987
LX1049987-UN-15JUL11

KJD10581 - Rolwagen

LX1049890
LX1049890-UN-11FEB11

Montagebok JT02043 of JT02044

JT02043 - Montagebok, 482 tot 736 mm (19 tot 29 in.)

JT02044 - Montagebok, 863 tot 1117 mm (34 tot 44 in.)


Op grond van de grote afmetingen en het hoge gewicht van trekkerwielen, moet op onderstaande punten worden gelet bij het vervangen van wielen:

  • Plaats de trekker op een stevige, effen ondergrond, voordat de wielen worden vervangen.
  • Schakel de parkeerblokkering in. Voorkom met wielblokken wegrollen van de trekker.
  • Verwijder de contactsleutel, om onbevoegd in gang zetten van de trekker te voorkomen.
  • Als de achterwielen worden verwijderd, moet met wiggen worden voorkomen dat de vooras gaan slingeren.
  • Gebruik bij opkrikken van de trekker alleen de aanbevolen hefpunten, zie Trekker opkrikken - Hefpunten in hoofdstuk 85 van deze gebruikshandleiding.
  • Gebruik een stabiele krik met voldoende draagvermogen. Zie Specificaties, lasten en gewichten in hoofdstuk 145.
  • Stop met omhoog krikken als het wiel helemaal van de grond is opgetild.
  • Gebruik een geschikte rolwagen, vooral bij het verwijderen van het achterwiel. Deze is beschikbaar bij uw John Deere dealer als speciaal gereedschap KJD10581.
  • Ondersteun de trekker als een wiel is gedemonteerd. Montagebokken zijn verkrijgbaar als speciaal gereedschap JT02043 en JT02044 bij uw John Deere dealer.
  • Bij het monteren van de wielen, moet worden gecontroleerd of de correcte momenten werden toegepast, zie Wielbouten en wielgewichten aandraaien in hoofdstuk 95 van deze gebruikshandleiding.

WAARSCHUWING: Werk niet met de trekker tot de vervanging van het wiel compleet is afgerond.

Bij het wisselen van wielen mogen zich geen personen in de gevarenzone bevinden.

Controleer of de trekker veilig wordt ondersteund als een wiel wordt gewisseld.

Berg verwijderde wielen zo op dat ze niet kunnen vallen.

OULXA64,00028C9-18-20120113