Rijden op openbare wegen

WAARSCHUWING: Voorkom letsel of dodelijke ongevallen door controleverlies over de trekker. Tijdens rijden op de weg:

RXA0086597
RXA0086597-UN-09FEB06

  • Veiligheidsgordel dragen
  • Rempedalen samenkoppelen
  • Indien voorhanden, voetgaspedaal in plaats van snelheidshendel gebruiken
  • Snelheid op bevroren, natte of met steenslag bedekte oppervlaktes minderen
  • Trekker juist van ballast voorzien
  • Vermijd kuilen, greppels, scherpe bochten, hellingen en obstructies waardoor de trekker kan kantelen.
  • Controleer regelmatig of verkeer van achteren nadert, vooral in bochten, en gebruik richtingaanwijzers.
  • Gebruik om letsel te voorkomen op de openbare weg altijd knipperlichten, tenzij dit wettelijk verboden is.

Controleer koplampen, waarschuwingsknipperlichten en achterlicht alvorens met de trekker op de openbare weg te rijden. Stel de achteruitkijkspiegels in. Was de ruiten.

WAARSCHUWING: Schakel om ongelukken te voorkomen op de openbare weg altijd gevarenlichten in, tenzij dit wettelijk verboden is.

Licht—Koplampen en richtingaanwijzers dag en nacht gebruiken. Volg lokale voorschriften voor uitrustingslicht en markeringen op. Houd verlichting en markeringen steeds in onberispelijke toestand. Let erop dat beschadigde of ontbrekende verlichting en markeringen direct worden hersteld of vervangen. Een veiligheidsverlichtingsset voor aanbouwwerktuigen is te verkrijgen bij uw John Deere dealer.

Remmen—Rempedaal induwen om te garanderen dat het differentieelslot NIET is ingeschakeld. De rempedalen samenkoppelen voor het rijden op de openbare weg. Steeds voorzichtig remmen.

Voorwielaandrijving—Voorwielaandrijving ontkoppelen voor transport van de trekker. Schakel voor het rijden op de openbare weg met de schakelaar voorwielaandrijving REMHULP in om met vier remmen gelijktijdig te remmen.

SCV's—Schakel transportvergrendeling in om ervoor te zorgen dat de regelhendels onmogelijk onbedoeld kunnen worden bediend.

Hefinrichting voor of achter—Zet de hefinrichting in transportstand of vergrendel, zodat een werktuig tijdens transport niet onbedoeld tegen de hendel omhoog/omlaag kan stoten. (zie procedure in hoofdstuk hefinrichting.)

OULXA64,0002BEB-18-20120911