Lasten trekken en transporteren met ballast

WAARSCHUWING: Voorkom letsel door verlies van controle over de trekker tijdens het trekken van lasten. De remweg van getrokken lasten wordt langer bij hogere snelheid, bij hoger gewicht en op hellingen.

Nooit de maximum transportsnelheid van het werktuig overschrijden. Alvorens een getrokken werktuig te transporteren, de maximale transportsnelheid opzoeken op plaatjes op het werktuig of in informatie in de gebruikshandleiding. Deze trekker kan op transportsnelheden werken die de maximaal toelaatbare transportsnelheid voor de meeste getrokken werktuigen overschrijden. Gebruik werktuigcode uit de gebruikshandleiding van het werktuig om de vereiste frontballast te bepalen. Niet-inachtneming van de maximumtransportsnelheid voor het werktuig of verkeerde ballast kan leiden tot:

  • Controleverlies over trekker/werktuig-combinatie
  • Beperkte of geen remwerking
  • Schade aan banden van het werktuig
  • Beschadiging van het werktuig of componenten

Richtlijnen voor het slepen van uitrusting zonder remmen:

  • Rij niet sneller dan 32 km/h (20 mph).
  • Moet minder dan 1,5 keer het trekkergewicht bedragen, of minder dan 1,5 t (3300 lb) indien volledig beladen.

Richtlijnen voor het slepen van uitrusting met remmen:

  • Als de fabrikant geen maximumtransportsnelheid heeft vastgelegd, rij dan niet sneller dan 40 km/h (25 mph) met aangekoppeld werktuig.
  • Bij tranportsnelheden tot 40 km/h (25 mph) moet het volledig beladen werktuig minder dan 4,5 keer het trekkergewicht wegen.
  • Bij transporteren met snelheden tussen 40 km/h (25 mph) en 50 km/h (31 mph), mag het volledig beladen werktuig nooit meer wegen dan 3 keer het gewicht van de tractor.

De trekker moet met betrekking tot de getrokken last zwaar genoeg zijn, over voldoende motorcapaciteit en over voldoende remvermogen beschikken. Voeg ballast aan de trekker toe of maak het werktuig lichter.

Rij langzaam genoeg voor veilige controle over de trekker. Pas op voor slippen. Schakel terug bij het rijden over hellingen, ruwe ondergrond en scherpe bochten, vooral bij transport van zware uitrusting.

Werk nooit met versnellingsbak in vrijstand of met ontkoppelde koppeling.

OULXA64,0002BEC-18-20120911