Motor starten

LX1056806-UN-27FEB13

LX1056807-UN-28FEB13

LX1056666-UN-05SEP12
A - SCV-regelhendels
B - Handgas
C - Rijrichtingshendel
D - Contactslot
E - Indicator gloeibougie
WAARSCHUWING: Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte draaien.
Zorg voor voldoende ventilatie. Verstikkingsgevaar! Sluit de kap voor het starten van de motor.
-
Zet SCV-hendels (A) in vrijstand.
-
Zet rijrichtingshendel (C) in vrijstand en schakel de parkeerblokkering
in.
-
Draai sleutel in contactslot (D) een positie naar rechts. Wacht
tot licht (E) uitgaat.
-
Draai sleutel in contactslot (D) rechtsom tot eindpositie. Laat
de sleutel los zodra de motor is gestart.
Laat de startmotor niet langer dan 30 seconden ononderbroken
draaien. Draai sleutel in contactslot naar “zero”. Wacht
minstens een minuut alvorens opnieuw te starten.
Wacht na het starten van de motor 2 seconden alvorens schakelaars
of regelingen te bedienen omdat het elektronisch systeem van de trekker
wordt gecontroleerd.
BELANGRIJK: Bedien de trekker tijdens de opwarmfase alleen met
matige last. Nadat bedrijfstemperatuur is bereikt (zie temperatuurmeter),
is het volle vermogen beschikbaar.
OPMERKING: Na een koude start moet de motor gedurende een beperkte
periode op hoog toerental draaien. Dit is normaal en helpt de motor
sneller op bedrijfstemperatuur te krijgen.
|
|
OULXA64,0002DB0-18-20130226
|
|