Regeling hefinrichting

LX1056819
LX1056819-UN-28FEB13

A - Diepteregeling

B - Schakelaar heffen/zakken

C - Regelaar hefhoogtebegrenzing


De hefinrichting wordt bestuurd met diepteregeling (A) en schakelaar heffen/zakken (B). De hefhoogte kan worden begrensd met behulp van regelaar hefhoogtebegrenzing (C).

Om de hefinrichting bedrijfsklaar te maken, de motor starten en ofwel:

  • regeling hefinrichting (A) in de positie die overeenkomt met de positie van trekstangen zetten,
  • regeling (A) in een van de eindposities zetten, of
  • schakelaar heffen/zakken (B) bedienen.

Trek regelaar (A) richting “0” om werktuig te heffen
Duw regelaar (A) richting “9” om werktuig te zakken

Met schakelaar heffen/zakken (B) kan het aanbouwwerktuig onafhankelijk van regelhendel (A) worden bewogen. Dit is bijvoorbeeld makkelijk bij het keren aan het einde van een akker. Als de bovenkant van de schakelaar (B) wordt ingedrukt, wordt het aanbouwwerktuig geheven tot de met regelaar hefhoogtebegrenzing (C) ingestelde waarde. Als onderkant van schakelaar (B) wordt ingeduwd, wordt het werktuig neergelaten tot de met regelhendel (A) ingestelde waarde.

Om in verdichte bodem op de kopakker sneller de gewenste werkdiepte te bereiken (snel zakken), schakelaar (B) ingeduwd houden. Zolang schakelaar (B) is ingedrukt, is de ingestelde trekkracht niet actief. Als schakelaar (B) wordt losgelaten, keert het aanbouwwerktuig terug naar de eerdere instellingen.

Deze functie snel zakken werkt alleen als:

  • het werktuig werd geheven met schakelaar (B)
  • het werktuig continu met behulp van schakelaar (B) wordt neergelaten vanuit de geheven stand.

LX1037154
LX1037154-UN-28SEP05

Vergrendeling hefinrichting geactiveerd

WAARSCHUWING: Vergrendeling hefinrichting altijd inschakelen alvorens met de trekker te rijden!

Trek regeling helemaal in de eindstand (voorbij 0) - hefinrichting is vergrendeld.

OULXA64,0002DBB-18-20130227