Op driepuntshefinrichting gemonteerd en getrokken werktuig bevestigen

LX1056832-UN-28FEB13

LX1056833-UN-28FEB13
Voorkom beschadiging van blootgestelde cabinedelen (zie pijlen)
bij het bevestigen van op driepuntshefinrichting gemonteerd of getrokken
werktuig.
WAARSCHUWING: Niet tussen de trekker en het werktuig gaan staan,
tenzij de parkeerblokkering al is ingeschakeld.
BELANGRIJK: Bouw het driepuntswerktuig of getrokken werktuig
eerst bij wijze van proef aan, en controleer of de cabine of andere
trekkercomponenten in geen enkele positie kunnen worden beschadigd.
Let bij driepuntswerktuigen op de hoogste hefstand, bij getrokken
werktuigen op het maken van korte bochten. Volg ook de
instructies op onder Hydraulische topstang, indien van toepassing.
Als een trekhaak is gemonteerd, zet deze dan in de voorste,
korte positie. De trekhaak kan naar links of naar rechts worden gezwenkt
en daar worden vastgezet.
Voordat een werktuig wordt bevestigd, eerst regeling trekweerstand/diepte
op 0 (diepteregeling) zetten.
BELANGRIJK: Laat de trekstangen of hefstangen NIET in contact
komen met de banden of andere trekkercomponenten. De ruimte tussen
hefstangen en banden kan worden vergroot door de hefstangen in de
voorste openingen van de trekstangen te monteren. Als
trekstangen worden geheven (zelfs als geen werktuig is bevestigd)
moeten de hydraulische of mechanische stabilisatoren zijn vergrendeld.
|
|
OULXA64,0002DC3-18-20130227
|
|