iTEC™ Basic - Intelligent Total Equipment Control bedienen

LX1056835-UN-28FEB13

LX1056834-UN-28FEB13
A - iTEC™-schakelaar
B - Diepteregeling
C - Schakelaar heffen/zakken
D - Schakelaar differentieelslot
E - Schakelaar voorwielaandrijving
F - Regelaar hefhoogtebegrenzing
G - Achter-PTO-schakelaar
Door middel van iTEC™ Basic kunnen differentieelslot,
voorwielaandrijving (alleen in autopositie) en achter-PTO afzonderlijk
of gelijktijdig automatisch worden ingeschakeld of uitgeschakeld door
bedienen van schakelaar heffen/zakken (C).
Schakel differentieelslot (D), voorwielaandrijving (E) (alleen
in autopositie) en/of achter-PTO (G) in indien nodig (de indicators
zijn continu aan). Activeer iTEC™ Basic door induwen van iTEC™-schakelaar
(A). Een akoestisch signaal klinkt en de indicators beginnen snel
te knipperen (langere tijd aan, kort uit).
OPMERKING: Als een functie in iTEC™ Basic later moet worden
geïntegreerd of verwijderd, schakel dan iTEC™ Basic uit
en reactiveer met alle gewenste functies.
Alvorens te keren bij de kopakker, wordt het werktuig geheven
met schakelaar (C). Het differentieelslot schakelt onmiddellijk de
achter-PTO en de voorwielaandrijving uit als het werktuig de transportpositie
heeft bereikt. Het knipperen van de indicators verandert van snel
knipperen naar langzaam knipperen (kort aan, langere tijd uit). Als
het werktuig met de diepteregeling wordt geheven, zal iTEC™
Basic niet reageren.
OPMERKING: Als de maximum hefhoogte is ingesteld op een lagere waarde
met de regelaar hefhoogtebegrenzing (F), zal de achter-PTO eerder
worden uitgeschakeld.
Als vervolgens het werktuig wordt neergelaten, zullen differentieelslot
en voorwielaandrijving onmiddellijk opnieuw inschakelen, de achter-PTO
is niet geactiveerd tenzij het werktuig de werkpositie heeft bereikt
(knipperen indicators verandert van lanzaam knipperen naar snel knipperen).
BELANGRIJK: Bij zakken van het werktuig kunnen functies alleen
worden geactiveerd bij een rijsnelheid van minstens 0,5 km/h (0.31
mph).
Als iTEC™ Basic met iTEC™-schakelaar (A) wordt uitgeschakeld
zullen alle automatische functies worden geannuleerd (een akoestisch
alarm klinkt en knipperen indicators verandert van snel knipperen
naar continu aan of indicators gaan uit).
OPMERKING: Voorwielaandrijving (E) kan op elk moment worden ingesteld
op continue werking, onafhankelijk van iTEC™ Basic (bijvoorbeeld
voor keren aan het eind van steile, natte velden). Als schakelaar
voorwielaandrijving wordt gereset op de autopositie dan is de voorwielaandrijving
weer in iTEC™ Basic geïntegreerd.
|
|
OULXA64,0002DC7-18-20130227
|
|