Brandstoffilters controleren

LX1056805-UN-27FEB13

LX1045635-UN-04OCT10
A - Aftapplug
B - Aftapplug
C - Aftapplug brandstoftank
Ga als volgt te werk, indien zich water of vuil in het filter
heeft afgezet:
-
Open aftapplug (A) met 3/4 omdraaiing. Draai de bout opnieuw
aan zodra water en vuil zijn weggelopen.
-
Open aftapplug (B) met 3/4 omdraaiing. Draai de bout opnieuw
aan zodra water en bezinksel zijn weggelopen.
-
Draai contactslot rechtsom in de eerste schakelaarstand zodat
de brandstofopvoerpomp werkt. Laat de pomp ongeveer 40 seconden draaien.
Als zich water in het brandstoffilter bevindt, draai dan met
een 1/2-inch-sleutel aftapplug (C) onder de brandstoftank met één
omdraaiing los. Draai de aftapplug handvast aan, nadat water en bezinksel
is weggelopen.
|
|
OULXA64,0002DE5-18-20130305
|
|