Trekker slepen

LX1049905-UN-17FEB11

WAARSCHUWING: Sleep de trekker nooit sneller dan 10 km/h (6 mph).

Als de motor niet draait, is er meer kracht nodig om het stuur te bedienen en de pedaalspeling is groter (geen hydraulische ondersteuning).

Zet zowel groepsversnellingspook als rijrichtingshendel in vrijstand.

Controleer of het versnellingsbak-oliepeil zich tussen de markeringen op het kijkglas bevindt. Let op de volgende punten als de trekker wordt gesleept met geheven voorwielen:

• Wielen niet hoger heffen dan 30 cm (12 in.).
• Voor elke 15 cm (6 in.) die de voorwielen worden geheven, 4 liter (1 U.S. gal.) transmissie/hydraulische olie extra bijvullen.
• Tap na het slepen de overtollige olie af.

BELANGRIJK: Schakel de voorwielaandrijving uit als de motor kan draaien. Koppel, indien de motor niet kan draaien, de aandrijfas los door bouten (A) te demonteren; dit voorkomt onnodige slijtage van de banden.

BELANGRIJK: De haak van de vangmuil alleen gebruiken voor rangeren en wegslepen op verharde wegen.