Digitaal display - User-interface

LX1057733-UN-09OCT12

Voorbeeldafbeelding

A - Digitaal display

B - Bevestigingstoets

C - Pijltoets omhoog

D - Pijltoets omlaag

E - Menutoets

F - Functie van toets (functies die momenteel aan toetsen B en E zijn toegewezen)

G - Navigatiebalk

H - Invoergedeelte

LX1057734-UN-26JUN12

Functies van toetsen, overzicht (mogelijke functies van toetsen B en E)

a - Start - Druk bevestigingstoets (B) in om functie te starten

b - Volgende - Druk bevestigingstoets (B) in om naar de volgende pagina te gaan

c - Bewerken - Druk de bevestigingstoets (B) in om de selectie te bewerken

d - Opslaan - Druk de bevestigingstoets (B) in om de wijzigingen op te slaan

e - Uitvoeren - Druk de bevestigingstoets (B) in om de actie uit te voeren

f - Reset - Druk de bevestigingstoets (B) in om de huidige instelling te resetten

g - Start - Druk de menutoets (E) in om terug naar start te gaan

h - Volgende - Druk de menutoets (E) in om toegang te krijgen tot het volgende menu

Afhankelijk van de geselecteerde pagina verschijnen controlevelden of invoervelden zoals bijvoorbeeld (H). Huidige instellingen kunnen worden gewijzigd in de invoervelden. Invoervelden en controlevelden worden geselecteerd met de bevestigingstoets. Waarden worden gewijzigd met de pijltoetsen en worden vervolgens opgeslagen door de bevestigingstoets in te drukken.

Toetsen (B) en (E) kunnen verschillende functies hebben. Als de functie afwijkt van de hoofdfunctie wordt dit bij (F) aan de onderkant van het digitale display weergegeven. Zie de afbeelding "Functies van toetsen, overzicht". Op de meeste pagina's verschijnt automatisch een hulpbeschrijving die de functies uitlegt na het selecteren van de pagina.

De navigatiebalk (H) toont de actuele positie binnen een menu, indien het menu bestaat uit meerdere pagina's (balk aan de bovenkant betekent begin van het menu; balk aan de onderkant betekent eind van het menu).