Uitlaatfilterreiniging, algemeen

LX1057737
LX1057737-UN-06SEP12

De trekker is uitgerust met een efficiënte uitlaatfilterreiniging. Sensors bewaken de toestand van het uitlaatsysteem en beginnen met de reiniging, als de belasting van het uitlaatfilter overmatig wordt.

  1. Passieve uitlaatfilterreiniging treedt altijd op, als de motor gemiddeld of hoog is belast.
  2. Automatische uitlaatfilterreiniging wordt gestart, als roet in het uitlaatfilter een bepaald niveau bereikt.
  3. Met een handmatig begonnen uitlaatfilterreiniging bij geparkeerde trekker kan de bestuurder de reiniging handmatig beginnen, als een bijbehorende melding verschijnt op het digitaal display.
  4. Raadpleeg voor een onderhoudsreiniging uw John Deere dealer.

Meer informatie over uitlaatfilterreiniging op de volgende pagina's.

BELANGRIJK: Aanbevolen wordt om de automatische uitlaatfilterreiniging te activeren. Zie desbetreffende tekst in dit hoofdstuk.

Neem de veiligheidsinstructies in acht, zie Uitlaatfilter veilig reinigen in hoofdstuk 05.

Een indicator gaat branden om aan te geven dat het uitlaatfilter momenteel wordt gereinigd (zie pijl).

Tips voor het voorkomen van onderhoudsreiniging of filterreiniging bij geparkeerde trekker:

  • Deactiveer de automatische uitlaatfilterreiniging niet, tenzij werkelijk nodig.
  • Vermijd onnodig stationair draaien.
  • Onderbreek het reinigingsproces niet tenzij werkelijk nodig.
  • Indien mogelijk de motor niet afzetten, als de indicator voor uitlaatfilterreiniging aan is.
  • Neem de voor de bestuurder weergegeven informatie in acht, en handel overeenkomstig.

OPMERKING: Gebruik verbruiksstoffen van hoge kwaliteit. Gebruik alleen verbruiksstoffen die zijn vermeld in hoofdstuk 80 (Brandstof, smeermiddelen, hydraulische olie en koelmiddel).

OULXBER,0001C7B-18-20120709