BELANGRIJK: Bij het instellen van de stoel bestaat gevaar voor
knellingen. Objecten die in de cabine zijn geplaatst, belemmeren mogelijk
vrije bewegingsruimte. Controleer of er genoeg ruimte over is tussen
aanliggende componenten, om botsingen te voorkomen. Onbedoeld aanraken
van de bedieningsapparatuur kan de trekker of het werktuig in werking
zetten.
BELANGRIJK: Lijn de bestuurdersstoel uit en vergrendel deze over
het algemeen in de rijrichting tijdens rijden van de trekker.
-
A — Instelling vooruit/achteruit
Trek hendel (A) omhoog en zet de stoel in de gewenste stand.
Laat de hendel los tot deze vastklikt.
-
B — Lengtevering instellen
-
Hendel (B) naar voren - geen lengtevering
-
Hendel (B) naar achteren - Lengtevering actief
-
C — Gewichtsinstelling
Er moet iemand op de bestuurdersstoel zitten om deze op het
gewicht van de bestuurder in te stellen. Start de motor, wacht tot
de stoel is gepositioneerd en trek dan kort aan hendel (C). De stoel
past zich automatisch aan het gewicht van de bestuurder aan.
OPMERKING: De bestuurdersstoel kan worden ingesteld op een gewicht
van 50 tot 130 kg (110 tot 285 lb).
-
C — Hoogte-instelling
Nadat de gewichtsinstelling is uitgevoerd, kan de stoel in elke
hoogte worden ingesteld. Voor het instellen van de hoogte hendel (C)
helemaal omhoog trekken of omlaag duwen. Als de boven- of ondergrens
is bereikt tijdens het instellen van de hoogte, wordt de hoogte-instelling
automatisch uitgevoerd om de op-en-neer-beweging te minimeren (vering).
-
D — Dwarsvering instellen
-
Hendel (D) naar voren - Dwarsvering actief
-
Hendel (D) naar achteren - Geen dwarsvering
-
E — Kantelen rugleuning instellen
Trek hendel (E) omhoog en houd deze vast. Kantel de rugleuning
naar de gewenste stand en laat hendel hoorbaar vergrendelen.
-
F — Hoogte armleuningen instellen
Met draaiknop (F) kan de hoogte van de armleuningen in 5 standen
worden ingesteld.
-
G — Instellen kantelen van armleuningen
Met de knop (G) kan de armleuningkanteling ingesteld worden
(eindeloos variabel). Om de armleuning 30° te laten zakken, het
instelmechanisme kantelen armleuning (G) in de armleuning drukken.
-
H — Draaicomponent instellen
BELANGRIJK: Gebruik de draaiing linksom alleen voor binnengaan
en verlaten van de trekker.
De draairichting van de stoel wordt met hendel (H) als volgt
bediend:
Trek de hendel omhoog waardoor de stoel 15° vrij linksom
en rechtsom kan draaien. Duw om te vergrendelen de hendel omlaag.
De stoel klikt vast in de volgende 7,5° positie.
OPMERKING: Draai bij versies met CommandARM™ of met een multifunctionele
hendel op de armleuning de stoel slechts 7,5° linksom. Voorkom
botsingen met het stuurwiel.
-
I — Kantelen stoel instellen
Trek de hendel (I) omhoog en zet de zitting in de gewenste hoek.
Laat de hendel los. Deze klikt in.
-
J — Zitkussen instellen
Trek de hendel (J) omhoog en zet het zitkussen in de gewenste
stand. Laat de hendel los. Deze klikt in.
-
K — Instellen van lendensteun op rugleuning
Gebruik de tuimelschakelaars (K) om de stand van de lendensteun
in te stellen.
-
L — Stoelverwarming
Schakelaar (L) schakelt stoelverwarming aan en uit.