Luchtgeveerde stoel — MSG95GL

LX1053713
LX1053713-UN-27JUL11

LX1053462
LX1053462-UN-27JUN12


BELANGRIJK: Bij het instellen van de stoel bestaat gevaar voor knellingen. Objecten die in de cabine zijn geplaatst, belemmeren mogelijk vrije bewegingsruimte. Controleer of er genoeg ruimte over is tussen aanliggende componenten, om botsingen te voorkomen. Onbedoeld aanraken van de bedieningsapparatuur kan de trekker of het werktuig in werking zetten.

BELANGRIJK: Lijn de bestuurdersstoel uit en vergrendel deze over het algemeen in de rijrichting tijdens rijden van de trekker.

  • A — Instelling vooruit/achteruit

    Trek hendel (A) omhoog en zet de stoel in de gewenste stand. Laat de hendel los. Deze klikt in.

  • B — Schaalindicator van gewichts- en hoogte-instelling

    De groene schaalmarkering geeft aan of de gewichts- of hoogte-instelling correct is.

  • C — Lengtevering instellen
    • Hendel (C) naar voren - geen lengtevering
    • Hendel (C) naar achteren - lengtevering actief

  • D — Gewichtsinstelling

    Er moet iemand in de bestuurdersstoel zitten om deze op het gewicht van de bestuurder in te stellen. Om de stoel aan het gewicht van de bestuurder aan te passen, de motor starten, de stoel de mogelijkheid geven zich in te stellen. Vervolgens hendel (D) omhoog of omlaag duwen, tot de groene markering op indicatorschaal (B) verschijnt.

    OPMERKING: De bestuurdersstoel kan worden ingesteld op een gewicht van 50 tot 130 kg (110 to 285 lb).
  • D — Hoogte-instelling

    Nadat de gewichtsinstelling is uitgevoerd, kan de stoel in elke hoogte worden ingesteld. Om de hoogte in te stellen, hendel (D) helemaal omhoog of omlaag duwen. De groene markering moet op de indicatorschaal (B) verschijnen. Als de bovengrens is bereikt tijdens het instellen van de hoogte, de hoogte-instelling (omhoog of omlaag) langzaam uitvoeren, om de op-en-neer-beweging te minimeren (vering).

  • E — Draaicomponent instellen

    BELANGRIJK: Gebruik de draaiing linksom alleen voor binnengaan en verlaten van de trekker.

    De draaiing van de stoel wordt met hendel (E) als volgt bediend:

    Trek de hendel omhoog, dan kan de stoel vrij linksom en rechtsom 15° draaien. Duw om te vergrendelen de hendel omlaag. De stoel klikt vast in de volgende 7,5° positie.

    OPMERKING: Draai bij versies met een multifunctionele hendel op de armleuning de stoel slechts 7,5° linksom. Voorkom botsingen met het stuurwiel.
  • F — Kanteling rugleuning instellen

    Trek hendel (F) omhoog en hou deze vast. Kantel de rugleuning naar de gewenste stand en laat hendel hoorbaar vergrendelen.

  • G — Hoogte armleuningen instellen

    Verwijder aan beide zijden afdekking (G) en draai de zeskantmoeren los. Zet de armleuningen in de gewenste stand en draai de zeskantmoeren vast.

  • H — Kanteling armleuningen instellen

    Met knop (H) kan de armleuningkanteling worden ingesteld (traploos variabel). Om de armleuning 30° te laten zakken, knop (H) in de armleuning drukken.

  • I — Lendensteun op rugleuning instellen

    Gebruik knop (I) om de stand van de lendensteun in te stellen.

OULXA64,0002609-18-20140514