PowrQuad™ PLUS transmissie schakelen

LX1045759-UN-06DEC10

LX1045755-UN-06DEC10
Groepsschakelhendel en toetsen (met handkoppeling)

LX1036266-UN-06JUN06

LX1044922-UN-11DEC07
A - Groepsschakelhendel
B - Schakeltoetsen
C - Rijrichtingshendel
D - Toets handkoppeling
E - Versnellingsschakeltoets (extra)
Versnellingen worden geschakeld met groepsschakelhendel (A),
schakeltoetsen (B) - of schakelaar (E) - en rijrichtingshendel (C).
De handkoppeling wordt bediend met toets (D). Voor het starten
van de motor, eerst rijrichtingshendel (C) in vrijstand zetten. Om
te gaan rijden, eerst groepsschakelhendel
(A) in de gewenste groep zetten en pas dan de rijrichtingshendel in
de gewenste rijrichting zetten.
WAARSCHUWING: Als de rijrichtingshendel wordt bediend bij draaiende
motor en geselecteerde groep, gaat de trekker rijden.
Om het bereik te wijzigen moet het koppelingpedaal worden ingeduwd
of toets handkoppeling moet worden bediend. Bij schakelen of veranderen
van rijrichting moet het koppelingpedaal niet worden bediend. Om de trekker te parkeren, rijrichtingshendel (C) in vrijstand zetten,
dan de parkeerblokkering van groepsschakelhendel (A) inschakelen.
BELANGRIJK: Parkeerblokkering uitsluitend inschakelen als de
trekker stilstaat.
OPMERKING: Als schakelhendel (A) in parkeerstand wordt gezet terwijl
rijrichtingshendel (C) niet in vrijstand staat, wordt een akoestisch
alarm geactiveerd en gaat het blauwe INFO-licht branden. Als de motor
uitgaat, blijft de rijrichtingshendel in de gekozen stand, maar de
versnellingsbak schakelt naar vrijstand. Als bij het starten
van de motor de rijrichtingshendel niet in vrijstand staat, wordt
een alarm geactiveerd en op het CommandCenter™ verschijnt een
melding om de bestuurder te waarschuwen.
Als rijrichtingshendel uit vrijstand wordt bewogen terwijl parkeerstand
is ingeschakeld, wordt een akoestisch alarm geactiveerd en gaat het
blauwe INFO-licht branden. Om met de trekker te rijden moet de rijrichtingshendel
eerst in een bereik, en dan van de vrijstand in de gewenste stand
worden gezet.
Handkoppeling
Druk toets (D) in, de koppeling ontkoppelt. Bereik kan worden
geselecteerd of de trekker kan worden stilgezet. Laat toets (D) los,
de koppeling koppelt met modulatie. Bij trekkers met stoelschakelaar
(schakelaar bestuurdersaanwezigheid) gebeurt het volgende: Als 3 seconden voordat de toets wordt losgelaten geen gewicht op
de stoel was en koppelingpedaal of rempedaal niet werden bediend,
beweegt de trekker niet, zelfs als de rijrichtingshendel in vooruit-
of achteruitrijstand wordt gezet. Een melding verschijnt op het CommandCenter™.
Zet de rijrichtingshendel in vrijstand en dan in de gewenste richting,
om de trekker in beweging te zetten.
OPMERKING: De handkoppeling is niet geschikt voor het “kruipen”
naar een werktuig.
De handkoppeling kan worden geactiveerd en gedeactiveerd op
PTQ167. Zie Individuele aanpassingen in
het hoofdstuk Bedienen en invoeren van diagnoseadressen
met CommandCenter (gebruikersmodus), hoofdstuk "Diagnosestoringscodes
en individuele aanpassingen".
Optimaal schakelen bij rijden onder last (transport)
met toerentalaanpassing gedeactiveerd:
-
Selecteer een groep die is geschikt voor rijden onder last.
-
Schakel de eerste versnelling in.
-
Ga rijden en schakel door de groepen tot de hoogste groep wordt
bereikt.
-
Schakel op door de groepen.
Optimaal schakelen bij rijden onder last (transport)
met toerentalaanpassing geactiveerd:
-
Selecteer een groep die is geschikt voor rijden onder last.
-
Schakel de eerste versnelling in.
-
Ga rijden en schakel door de groepen tot de hoogste groep wordt
bereikt.
-
Selecteer de volgende groep; toerentalaanpassing selecteert
automatisch de groep die met de rijsnelheid overeenstemt.
-
Schakel door de versnellingen en verander van groep tot de gewenste
rijsnelheid is bereikt.
Bedrijf bij koud weer
Als de olie koud is (0°C, 32°F) kan dit de werking van
de rijrichtingshendel beïnvloeden. Bij temperaturen onder -10
C (14°F) kan veranderen van rijrichting langer duren. Onder +5°C
(41°F), wordt de automatische softshift gedeactiveerd.
Soms moet de rijrichtingshendel meerdere keren worden ingeschakeld
voordat de trekker gaat rijden. Als de olie warm is, kan er weer normaal
worden geschakeld.
Noodrijmodus
Soms kan met de trekker in de noodrijmodus nog steeds worden
gereden, zelfs bij een elektrische storing in de versnellingsbak.
Zet hiervoor de motor af. Neem connector K05/03 (relaiskast
LCS-05) eruit en steek deze er met 90° ten opzichte van de eerdere
positie weer in. De woorden Come Home moeten
boven staan.
OPMERKING: In de noodrijmodus wordt het motortoerental begrensd tot
1500 t/min; alleen de eerste versnelling van elke groep is beschikbaar.
De handkoppeling is NIET beschikbaar.
Begrenzing in het geval van ontbrekend toerentalsignaal
Als de regeleenheid herkent dat het toerentalsignaal ontbreekt
zullen alleen de eerste drie versnellingen in elke groep beschikbaar
zijn.
|
|
OULXA64,00026B0-18-20110713
|
|