Op driepuntshefinrichting gemonteerd en getrokken werktuig bevestigen

LX1045816-UN-25JAN11

LX1045806-UN-25JAN11
Voorkom beschadiging van blootgestelde cabinedelen (zie pijlen)
of andere trekkercomponenten bij het aankoppelen van op driepuntshefinrichting
gemonteerd of getrokken werktuig.
WAARSCHUWING: Niet tussen de trekker en het werktuig gaan staan,
tenzij de parkeerblokkering al is ingeschakeld.
BELANGRIJK: Bouw het op driepuntshefinrichting gemonteerd of
getrokken werktuig eerst bij wijze van proef aan, en controleer of
de cabine of andere trekkercomponenten in geen enkele positie kunnen
worden beschadigd. Let bij op hefinrichting gemonteerd werktuig op
de hoogste hefstand, let bij getrokken werktuig op bij het maken van
korte bochten. Volg ook de instructies op onder Hydraulische
topstang, indien van toepassing.
Als een slingerende trekhaak is gemonteerd, zet deze dan in
de voorste, korte positie. De slingerende trekhaak kan naar links
of naar rechts worden gezwenkt en daar worden vastgezet.
Voor het aanbouwen van een werktuig eerst controleren of regeling
trekweerstand/diepte is ingesteld op 0.
BELANGRIJK: Laat de trekstangen of hefstangen NIET in contact
komen met de banden of andere trekkercomponenten. De tussenruimte
tussen hefstangen en banden kan worden vergroot door de hefstangen
in de openingen voorzijde van de trekstangen te monteren. Als trekstangen worden geheven (zelfs als er geen werktuig is bevestigd)
moeten de hydraulische of mechanische stabilisatoren vergrendeld zijn.
|
|
OULXA64,00026DF-18-20120217
|
|