Wees voorzichtig op hellingen, oneffen terrein en ruwe ondergrond

RXA0103437
RXA0103437-UN-01JUL09


Vermijd kuilen, greppels en obstakels waardoor de tractor zou kunnen kantelen, vooral op hellingen. Vermijd krappe bochten omhoog.

Bij vooruitrijden uit een greppel, modder of omhoog op een steile helling kan de tractor naar achteren omslaan. Rij in deze situaties achteruit, indien mogelijk.

Kantelgevaar neemt drastisch toe bij smalle spoorbreedte, bij hoge snelheid.

Niet alle omstandigheden waarin een trekker kan kantelen, staan hier vermeld. Let altijd goed op situaties waarin de stabiliteit kan worden aangetast.

Hellingen spelen een belangrijke rol bij ongelukken waarbij de bestuurder de macht over het bestuur verliest en/of de trekker kantelt, vaak met ernstig of dodelijk letsel als gevolg. Wees extra voorzichtig bij gebruik van de machine op een helling.

Door oneffen terrein of ruwe ondergrond kan de controle worden verloren en de tractor omslaan, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. Bij werkzaamheden op oneffen terrein of ruwe ondergrond moet extra voorzichtig worden gereden.

Rijd nooit te dicht langs de rand van een ravijn, greppel, steile daling, steile dijk of een oever. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand gaat of als de grond wegzakt

Rijd langzaam op hellingen, zodat u niet hoeft te stoppen of te schakelen.

Voorkom starten, stoppen of keren op een helling. Als de banden hun grip verliezen, schakel dan de aftakas uit en rijd langzaam verder, recht de helling af.

Zorg ervoor dat alle bewegingen op een helling langzaam en geleidelijk zijn. Verander niet plotseling van snelheid of richting, anders kan de machine kantelen.

DX,WW,SLOPE-18-20170228